Het was een vroege ochtend. Heel vroeg. De zon was nog niet op, en de vogels waren nog stil. De aarde leek stil. Bijtankend voor een nieuwe dag, gevuld met rep en roer. Voor Ezio de periode te gaan slapen. Vermoeid stond de man langs de kant van de rivier, starend naar z'n donkere weerspiegeling. Er zaten kringen onder zijn ogen, bloed sijpelde vanaf zijn lip richting zijn kin. Een laatste missie, voor de grote finale, was vannacht afgerond. Het was anders gelopen dan hij gedacht had, al was dat zijn eigen schuld geweest. Hij was vermoeid. Vermoeid van de stres en van de weinige slaap. Alles bijeen, het begon tol te eisen. Iets wat Ezio nooit verwacht had. Jarenlang dealde hij met stressvolle situaties. Gevaarlijk situaties, waarom was dit nou zo anders? Was het omdat diep in hem een stem sprak dat hij het niet halen zou? Dat de missie zou falen? Dat hij daarbij zijn eigen leven verliezen zou? Was hij bang? Met een zucht haalde de Italiaan het stukje lint uit zijn haar, waardoor de lange lokken nu los kwamen te hangen. Iedereen stierf op ten duur. De één vroeger dan de ander. Maar Ezio wou nog niet gaan. Niet voordat hij zijn doel behaald had. Dát was zijn grote angst; om te sterven terwijl de koning nog leefde. Want als hij weg was, hoelang zou het dan nog duren voordat iemand anders opstond? Voordat iemand anders de missie klaren zou? Die gedachte bracht hem meteen bij Altair. Wat zou die man gaan doen? Zou de Akinori het dan afmaken? Ezio hoopte van wel. De ander had genoeg lef ervoor. Genoeg moed om tegen de draad te gaan. Dat had hij wel bewezen uit de diepgaande gesprekken die ze hadden gevoerd.
Met tegenzin maakte Ezio de mantel, die over zijn schouders hing, los. Gevolgd door de vele andere lagen kleding, behalve enkele wapens en z'n broek. De nieuwe bescherming die hij had geïmporteerd was mooi en zat enorm fijn, maar het was verdraaid veel werk om het aan en weer uit te krijgen. Er eeuwig in rond lopen was onmogelijk. Zeker met de handelingen die hij verrichte. Hij mocht dat een magiër zijn, maar ook die zweetten. Twijfelend keek Ezio naar de hidden blade om zijn pols en een zwaard dat om zijn heupen hing. Deze plek was rustig. Er was nooit geen kip te bekennen in de dagen dat hij er verbleef. Maakte dat het veilig genoeg om zich te ontdoen van zijn wapens? De assassin kon zich geen dag meer herinneren dat hij zonder een wapen ergens geweest was. Zelfs wanneer hij sliep, veilig in zijn eigen bed, had hij altijd nog z'n hidden blade gedragen. Geen moment zonder. Echter, als hij ermee te vaak in het water ging, kon het gaan roesten. Ezio beet op zijn onderlip, voelend hoe het harder begon te bloeden. Great. Toch begon de man zich te ontdoen van zijn overgebleven wapens. Zowel het zwaard als de hidden blade legde hij vlak langs de waterkant, daar waarvan hij zeker was bij te kunnen in geval van nood. Al was hij in het bezit van magie, wapens gaven hem een prettig gevoel. Helemaal gestript, op zijn broek en onderbroek na dan, liet Ezio zich in het koele water zakken. Door de warme temperaturen de afgelopen weken was het water niet meer extreem koud. Eerder aangenaam, zelfs voor zo'n vroege ochtend. Zeer oplettend liet hij zich verder in het water zakken, tot aan de hoogte van zijn borstkas. Een onwennig gevoel, helemaal naakt zijn. Alles behalve prettig. Maar waar maakte hij zich nou zorgen om? Er was niemand in de buurt. Minuut na minuut tikte voorbij en na ongeveer 10 volle minuten, leek Ezio zich te gaan ontspannen. Hij liet zijn oplettendheid wat zakken en begon het wondje bij z'n lip schoon te maken.
Fris, dat was hoe hij zich voelde nadat hij het water weer verlaten had. Voordat hij zich afdroogde, bevestigde hij eerst weer de hidden balde om zijn pols. Vertrouwd. Veilig. Ezio pakte de mantel van de grond, dat waarmee hij zich droog zou wrijven. Vandaag leek weer een mooie dag te worden, dus het kon in die tussentijd prima opdrogen in de zon. Zijn ogen dwaalden af naar z'n torso. Het was getekend. Getekend met littekens, verzameld door de jaren heen. Ze leken een gedenktekens, zodat hij geen van die momenten vergeten zou. Al die pijnlijke lessen die hij had geleerd en zijn lichaam was daar het schetsblok van. Ineens stonden Ezio's zintuigen op scherp. Hij voelde een blik branden, hij wist het zeker. Na al die dagen dat hij hier gespendeerd had, was hij dan nu ontdekt? Had iemand zijn sporen gevonden? Langzaam liet de man de zwarte mantel weer zakken, spanden z'n spieren zich lichtjes aan, klaar voor een onverwachte actie. Hij had geen idee wie de persoon kon zijn. Maar dit zou wederom geen normale ontmoeting worden. Daar was hij van overtuigd. 'You're up early.' Sprak Ezio. 'Why? Couldn't you sleep anymore?'
[Raidyn]